ALS 'T BRUINE VELD. Als 't bruine veld groen openzwelt met bloem en halm en loover, dan waait de wind er welgezind, dan lacht de zon er over. De leeuw'rik zit in 't blauwste wit zijn vreugden uitbazuinend, om ál dat licht in 't vergezicht, en ál de boomen kruinend. En veld en lucht, en leeuwriksvlucht, en wolken, hooggedreven, slaan zuiver in mijn klaren zin de blijdschap van het leven. Blij zingen moet het jong gemoed, blij zingen 't jong verlangen, en, stijgend door den zonnegloor, in diepen hemel hangen. 2 Gedichten, Amsterdam (S.L. Van Looy) 1907, 224 p. 2 Gedichten, tweede vermeerderde druk, Amsterdam 1911, 242 p. 2 Gedichten, derde vermeerderde druk, Amsterdam 1918, 305 p. 13 Het beste uit de gedichten van De Clercq, Zeist 1932, 196 p. 17 René De Clercq. Liederen, leeft! Sint-Niklaas 1977, 202 p.